Alvorens aan de modelvlieghobby te beginnen dien je goed te overwegen of deze wel voor jou geschikt is modelvliegen is n.l. Niet in enkele weken te leren dit vergt inspanning en doorzettingsvermogen.

Begin met inlichtingen te verzamelen alvorens je besluit een vliegtuig en radiobesturing aan te schaffen koop lectuur -modelbouwbladen o.a.hobby -bulletin of f.m.t. bezoek modelbouwclubs en modelbouwzaken.

Een minimale beginneruitrusting bestaat uit modelvliegtuig -motor (brandstof of elektra) radiobesturing zender ontvanger servos div. Accus acculader accucontroller gereedschap poetsmateriaal etc.

Eerste model.
Het eerste model moet altijd een hoogdekker trainer model zijn!!

Bedenk ook bij de aankoop dat kunststof modellen mooi uitzien maar in de regel zeer moeilijk of zelfs helemaal niet te repareren zijn bovenstaande geldt alleen voor brandstof modellen jets anders licht het bij elektra zwevers deze zijn bijna uitsluitend met kunststof romp verkrijgbaar m.u.v. Totale zelfbouw in hout.

Zender.
Koop om te beginnen geen ingewikkelde zender met te veel poespas zoals schakelaars en overbodige knopjes dit is vragen om problemen 4 kanalen dus 2 sticks is voldoende om alle vliegfiguren uit te voeren.

Terreinreglement.
Zorg dat je het terreinreglement kent alvorens enige activiteit op het veld te ondernemen dit is zeer belangrijk voor de veiligheid van jou zelf en anderen.

Gebruik zender.
Eerst zender inschakelen dan ontvanger (vliegtuig) bij uitschakelen eerst de ontvanger en dan de zender.
Denk eraan -ga je in de fout – dan is de schade voor jouw rekening! !

Stuurknuppelbezetting.

Er zijn diverse mogelijkheden om de stuurfuncties over de twee stuurknuppels te verdelen de meest gebruikte methode (althans bij onze vereniging is).
Linker stuurknuppel naar voren is motor volgas, naar achteren is motor stationair
Linker stuurknuppel naar rechts is rechts (richtingsroer), links is links (richtingsroer).
Rechter stuurknuppel naar voren is omlaag (down), naar achteren is omhoog (up).
Rechter stuurknuppel naar rechts is rechts (rolroer), links is links (rolroer).
Indien men geen rolroeren heeft gaat de stuurfunctie rechts-links richtingroer naar de rechter stuurknuppel.

Bouwtips.
Bouw c.q. veiligheidstips.
Houd je aan je bouwbeschrijving laat geen onderdelen weg maar voeg ook geen delen toe en breng geen veranderingen aan als je de uitwerking hiervan niet kunt beoordelen. Een extra versterking is soms goed bedoeld maar kan het vlieggedrag van een kist soms zeer nadelig beïnvloeden. Zorg dat alle lijm en soldeerverbindingen goed vastzitten. Kwiklinks en stekker verbindingen steeds borgen. Ook de motor moet zeer goed vastzitten op een motorbevestiging die op zijn beurt weer goed met de romp moet zijn verbonden. Bouw de motor niet te zeer in de romp, de motor moet goed bereikbaar blijven voor afstelling etc.

Servos steeds met de vier meegeleverde schroeven en rubbers vastzetten in goed passende mal, stuurstangen mogen geen speling hebben op de roeren of roerhoorns, flexibele stuurstangen mogen niet doorbuigen dus om de 10 centimeter vastzetten.

Plaats de ontvanger, de accu en de brandstoftank steeds in schuimrubber. Zet ze goed vast in de romp zodat ze niet kunnen verschuiven tijdens de vlucht. De brandstof tank mag de romp niet raken. Dit om schuimen of kolkvorming te voorkomen. De pendel moet in alle standen van de tank vrij kunnen bewegen en tot op de bodem kunnen zakken. De ontvangerantenne moet zoveel mogelijk buiten het toestel komen om een goede ontvangst te garanderen. Er mogen geen lussen en zeker geen knopen in gelegd worden. Ook mag de antenne nooit worden ingekort of gerepareerd. Is de antenne beschadigd laat ze dan vernieuwen. De aan en uit schakelaar moet steeds aan de andere zijde van het vliegtuig worden aangebracht dan waar de uitlaat zit dit om vuil worden te voorkomende. Schakelaar naar voren is aan en de schakelaar naar achteren is uit wijk hier niet van af.

Zwaartepunt.
Controleer nadat alle onderdelen ( ontvanger batterij servos motor etc zijn ingebouwd het zwaartepunt. Doe dit door het toestel met twee vingers op te tillen op een punt naast de romp waar dit op de bouwtekening is aangegeven door een gestileerde propeller! Dit punt licht meestal op 13 achter de voorlijst van de vleugel het toestel moet nu licht naar voren hellen het uitbalanceren gebeurt als het toestel vliegklaar is maar met lege tank.

Vliegklaar maken van het vliegtuig.
Bouw de kist op de voorgeschreven wijze op (vleugels op romp etc) gebruik het juiste gereedschap -schroeven -elastiek etc. Indien de vleugel met schroeven bevestigd wordt gebruik dan de juiste lengte en diameter kunststof schroeven omdat deze kunnen breken bij een lichte crash bij vleugelbevestiging met elastieken steeds voldoende minimaal 6-8 stuks onbeschadigde elastieken gebruiken vul de brandstoftank voor iedere vlucht maximaal val houd tijden de werkzaamheden in de pits voldoende ruimte en afstand tot je buren kruip niet te dicht op elkaar en kijk uit waar je loopt zorg dat j andermans materiaal niet beschadigd of vervuild.
Starten en afstellen van de motor.

Zorg dat het toestel niet kan rollen plaats 2 pennen (schroevendraaiers) voor de wielen alvorens de motor te starten start de motor op de voorgeschreven wijze (lees de gebruiksaanwijzing) bv carburateur stand volgas dus open druk de opening met een vinger dicht en draai enkele slagen aan de propeller rechtsom (dit is van voren gezien linksom) om brandstof ban te zuigen dit is zichtbaar in de toevoerslang zet nu de carburateur in de stationair stand dit is bijna dicht plaats de gloeiplug klem op de gloeiplug en start de motor door er met een vinger in de draairichting tegen de propeller te slaan let op -let op dit is het gevaarlijkste moment van het hele vliegen gebruik dus altijd een vingerbeschermer een stokje of een elektrastarter. Loopt de motor laat deze dan enkele seconden stationair draaien en geef dan langzaam volgas, nog steeds met de klem aangesloten. Ga terug naar stationair verwijder nu de plugklem en let op, valt het toerental nu hoorbaar terug dan duidt dit op een slechte gloeiplug. Ga niet met het gezicht boven een draaiende propeller staan. Werk bij afstellen steeds van achteren aan de motor steek geen vinger in een draaiende propeller dit kan de propeller en de vinger beschadigen. Met een beschadigde propeller mag je niet vliegen met een afgesneden vinger kun je nooit meer vliegen.

Volgas afstelling.  (Methanol motoren)
·Loopt de motor zet dan de carburateur in de stand volgas en regel met de brandstofnaald dit is de grootste naald (meestal aan de linker kant van de motor) de goede motorloop draai hiervoor de naald naar binnen (rechtsom) en het toerental loopt omhoog tot maximaal draai nu de naald weer 2 of 3 tandjes open houdt het toestel met de neus omhoog de motor moet nu goed blijven doorlopen slaat de motor af dan moet de naald verder opengedraaid worden.

Stationaire afstelling. (Methanol motoren)
De motor moet met bijna gesloten carburateur goed stationair blijven lopen. Geeft men volgas dan moet de motor zonder onderbreken goed overgaan naar volgas en zo blijven lopen. Indien de motor bij stationair toerental steeds langzamer gaat lopen en tenslotte afslaat dan moet de stationaire schroef (dit is de kleinste regelnaald tegenover de brandstofnaald) iets verdraaid worden met kleine stukjes proberen laat de motor ca 10 seconden stationair lopen en geef dan in een keer volgas indien de motor nu stottert of afslaat moet dit eveneens met de kleine schroef geregeld worden.
·
Hou tijdens afstelwerkzaamheden rekening met andere piloten op het terrein of in de pits uitlaat steeds richting vliegterrein en niet naar de mensen of geparkeerde autos toe staat de motor eenmaal goed afgesteld blijf er dan vanaf alle veranderingen aan de motor carburateur of propeller kunnen een nieuwe afstelling noodzakelijk maken.

Inlopen van de motor
·Raadpleeg voor het inlopen de gebruiksaanwijzing van de betreffende motor. Moet je een motor op het terrein laten inlopen doe dit dan aan de uiterste rand van het terrein en bedenk dat dit zeer hinderlijk kan zijn voor andere piloten b v het niet meer kunnen horen en dus het volgen van de eigen kist in de lucht dit geld eveneens voor langdurige afstelwerkzaamheden aan de motor doe dit dus niet wanneer anderen aan het vliegen zijn.

Reikwijdte
Controleer steeds voor de eerste vlucht of de reikwijdte van de zender voldoende is. Loop  25 tot 50 meter het veld op geef alle stuurfuncties laat iemand controleren af alles zander storing werkt roeren magen niet rammelen of trillen doe dit alles ook met lopende motor.

Keuring.
·Voor de eerste vlucht dient ieder toestel op deugdelijkheid en constructiefouten gekeurd te worden tevens dienen alle motor modellen op geluidsniveau gekeurd te worden informeer voor de gegevens bij de vliegleiding.

Accus.
Gebruik steeds goed volgeladen accus eenmalige batterijen zijn onbetrouwbaar.
Controleer regelmatig op capaciteit kabelbreuk loszittende stekkers of soldeertips wanneer een accupack ongewoon vlug leeg raakt duidt dit meestal op een of meerdere defecte cellen vervang deze onmiddellijke.

De vlucht.
·Controleer voor iedere vlucht de deugdelijkheid van het vliegtuig op accuspanning – motorbevestiging -landingsgestel -vleugelbevestiging -besturing voor controle van de besturing schakel de zender en ontvanger in ga achter het toestel staan en geef stuuruitslag naar rechts het richtingroer moet nu naar rechts uitslaan of het rechterrolroer moet omhoog komen en het linker omlaag bij stuuruitslag naar links gebeurt alles andersom.
·
Geef stuurfunctie omhoog up het hoogteroer moet nu omhoog komen bij omlaag sturen down gaat het hoogteroer naar beneden.
Ook tijdens het vliegen is het terreinreglement van toepassing denk hieraan! De vliegrichting en niet over publiek vliegen.

Instructie.
Uitsluitend brevethouders mogen alleen vliegen heb je nog geen brevet vraag dan iemand met brevet om je te helpen en eventueel aanwijzingen te geven zorg dat je uitgerust en ontspannen aan een vlucht begint en volg de aanwijzingen van de instructeur op.
Let op de instructeur is er om jou te helpen bij het leren vliegen en niet om je kist te bouwen of te repareren heb je een andere mening dan je instructeur zeg het dan of kies iemand anders de instructeur zal dit ook doen indien het tussen jullie niet klikt een goede instructeur zal zich zeker inspannen om jou het vliegen zo snel en goed als mogelijk te leren bedenk wel dat je het vliegen moet leren van anderen die vaar jou hun vrije tijd beschikbaar stellen houd ook rekening met het uithoudingsvermogen van je instructeur maak geen langere vluchten dan maximaal 10 minuten het is beter 3 maal per week 2 vluchten per dag te maken dan 1 maal in de twee weken 8 vluchten op een dag

Leraar – leerling systeem.
Er bestaat de mogelijkheid om met 2 zenders en een verbindingskabel het vliegen te oefenen lees hiervoor de instructie bij jouw zender of informeer bij de instructeur.

Zender pult.
Het gebruik van een zender draag installatie draagbak z.g. Pult of draagriem is tijdens het lessen niet toegestaan omdat de instructeur bij een stuurfout de zender niet kan overnemen dit geldt niet bij het gebruik van een leraar -leerling kabel hiermee kan de leraar op ieder moment de besturing overnemen.

Verandering of reparatie.
Heb je een verandering of reparatie aan je kist aangebracht ook al is die nog zo klein meldt dit steeds voor de volgende vlucht aan je instructeur deze kan en moet hier dan rekening mee houden.

Na de vlucht.
Controleer na iedere vlucht het toestel op beschadigingen of loszittende onderdelen en herstel deze of staak het vliegen zwarte olie vervuiling achter de motor duidt op loszittende delen van de motor of de uitlaat houdt het toestel schoon verwijder olie gras stof etc.

Poetsen.
Om het toestel grondig te reinigen spuit je het in met een oplossing van water en afwasmiddel vetoplosser) daarna afdrogen met poetsdoek of papier spuit geen poetsvloeistof in de carburateur van de motor de rubbers om de vleugels vast te zetten kun je op dezelfde manier reinigen of tijdens het handenwassen droge rubbers bewaren in een pot met wat talkpoeder (babypoeder).

Brevet eisen.
Brevet A zie op website
Brevet B zie op website

Schade.
Het vliegen brengt altijd een zeker risico met zich mee de eventuele schade is altijd voor jouw rekening je kunt dit nooit op de instructeur verhalen! Wees dan ook niet verwonderd wanneer een instructeur een bepaalde kist voor jou te moeilijk vind en weigert om hiermee te lessen.

Nieuw toestel.
Heb je een nieuw toestel gebouwd waarvan dus nog niemand weet of het wel vliegt vraag dan gerust aan een ervaren piloot om de eerste start te maken en het toestel zo nodig uit te trimmen mochten er na de eerste vlucht trim of bouw wijzigingen nodig zijn voer deze dan meteen uit dus voor de volgende vlucht en meld de veranderingen aan de piloot die ermee moet gaan vliegen.

Gereedschap en reserve onderdelen.
Neem steeds wat klein gereedschap mee zoals schroevendraaier -tangen -plakband – schroeven -moeren -gloeiplug -gloeiplug sleutel etc heb je het veld een stuk gereedschap nodig wat je moet lenen vraag dit gerust maar geef het onmiddellijk na gebruik schoon en onbeschadigd terug.

Na het behalen van het brevet.
Denk vooral na het behalen van het brevet niet dat je nu een ervaren kunstvlucht of stuntpiloot bent deze ervaring zal je moeten opbouwen oefen dus geregeld en overschat je eigen vliegkunst niet oefen op veilige hoogte en leer stap voor stap alle vliegfiguren voorzover jij deze wilt beheersen onthoud dit.
Een vliegtuig kan veel sneller omlaag dan omhoog !.

Kennis doorgeven.
Heb je eenmaal het brevet en een zekere ervaring opgebouwd wees dan ook zo sportief om deze kennis door te geven aan anderen en geef jij op jouw beurt aan beginnende piloten de nodige instructie.
Iedereen kan dat ook jij bent zo moeten beginnen.
Maar vertel niets waarvan je zelf niet weet of kunt beoordelen of het wel waar of van waarde is.

Het vliegterrein.
Anderen voor jou zorgden door de jaren heen voor het gereedkomen en instandhouding van ons vliegterrein ook jij dient er voor te zorgen dat dit zo kan blijven houd je dus aan de voorschriften van uit de club en van hogerhand.

Het hekwerk.
Laat vrouw kinderen huisdieren en andere toeschouwers voor het hekwerk plaatsnemen dat is aan die kant waar de voertuigen geparkeerd worden het hekwerk staat er voor hun veiligheid houdt de ingangen vrij ook aan de terreinkant geen toestellen in de doorgangen plaatsen.

Verzekering.
Voor schade aan derden is in eerste instantie de piloot zelf (of zijn ouders) verantwoordelijk daarom dien je dus een eigen wa verzekering te hebben in de gangbare wa verzekeringen is het vliegen met modelvliegtuigen tot 20 kilogram standaard opgenomen maar er wordt meestal wel de aantekening bij gemaakt dat je alleen mag vliegen op een erkend modelvliegterrein of binnen een erkende modelvlieg vereniging.

Garantie.
Aan het vorenstaande kan op geen enkele manier de garantie worden ontleend dat men met de genoemde gegevens het vliegen zal leren.

Reglementen.
Hoewel deze gegevens zijn samengesteld uit jarenlange vliegervaring en belevenissen op en buiten het vliegterrein kunnen deze nooit kompleet zijn raadpleeg dus steeds de verenigingsstatuten het huishoudelijk reglement en het terrein reglement van de vereniging.

Slotwoord.
Er kan op geen enkele manier aansprakelijk worden gesteld mbt de waarde of de waarheid van alle genoemde punte